Gedichten: Annie M.G.Schmidt

Pas op voor de hitte

Denk aan juffrouw Scholten,
die is vandaag gesmolten,
helemaal gesmolten, op de Dam.
Dat kwam door de hitte,
daar is ze in gaan zitten
– als je soms wil weten hoe dat kwam.
Ze hebben het voorspeld: Pas op, juffrouw, je smelt!
Maar ze was ontzettend eigenwijs…
Als een pakje boter,
maar dan alleen wat groter,
is ze uitgelopen, voor het paleis.

Enkel nog haar tasje
lag daar in een plasje…
Alle kranten hebben het vermeld
op de eerste pagina.
Kijk het zelf maar even na.
Ja, daar staat het, kijk maar: dame smelt.

Die arme juffrouw Scholten…
helemaal gesmolten…
Als dat jou en mij eens overkwam…
Laten we met die hitte
overal gaan zitten…
maar vooral niet midden op de Dam.

Heerlijk, ik ben gek op de gedichten van Annie M.G. Schmidt.
Ik zal van haar zeker nog meer plaatsen, ook kindergedichten!

56 Reacties op “Gedichten: Annie M.G.Schmidt”

  1. Arda zegt :

    Als mijn oud-collega en ik vroeger een melige bui hadden, citeerden we samen

    Een houtworn zat in een keukenstoel
    en at, en at een heleboel
    Een op die stoel zat tante Mien
    Zij had die houtworm nooit gezien
    Die at maar door en at maar door
    totdat het krikte en krakte
    En tante Mien, om kwart voor tien
    pardoes door de stoel heen zakte.

  2. Venci be zegt :

    Ik vind hier heel leuk imformatie Dank je voor Iedereen 🙂

  3. Trudy zegt :

    Wie kent het volgende gedicht volledig en/of weet of dit geschreven is door Annie M.G. Schmidt?

    Wanneer een man zich even in de vinger snijdt
    Dan slaakt hij eerst een reeks gedempte kreten
    En koestert hij de wond met een omzichtigheid
    Alsof hij door een cobra is gebeten
    Dan tuurt hij naar de plek gelijk een martelaar
    Hij houdt de vinger angstig in de lucht
    Er moet een groot verband om en hij kijkt ernaar
    Terwijl hij diep en heel vertwijfelt zucht
    Zeg dan vooral niet, jongen, stel je niet zo aan
    Want als je dat zegt heb je het helemaal gedaan etc. etc.

    Ik zou ook heel graag weten in welke bundel dit terug te vinden is.

    Bij voorbaat dank,
    Trudy

  4. ans zegt :

    Hallo Trudy,

    Het is één van de liedjes die Annie maakte voor de familie Doorsnee. Het heet Zeur niet aan m’n kop en het staat in de bundel Tot Hier Toe (pag. 208)

    Groetjes, Ans

  5. Trudy zegt :

    Hallo Ans,
    Dank je wel, zal hem snel opzoeken.

    Groet,
    Trudy

  6. olga loeber zegt :

    Ik was op zoek naar de volledige tekst van ‘de barones van Manderen’, dat ik grotendeels uit mijn hoofd ken. Ik zag daar er een vraag naar was, een paar jaar geleden.
    Ik schrijf het hier op , maar weet op details niet zekere of het helemaal correct is en of de zoekster nog geinteresseerd is:
    De barones van Manderen, dat heb ik laatst gehoord,
    die zocht een nette keukenmeid,goed kunnende enzovoort.
    Wel zeven nette meisjes zijn daar toen op af gekomen.
    Magoggeltje was de netsteEn die is dus aangenomen.

    ‘Magoggeltje’, zei mevrouw, de eerste dag dat zij er was,
    ‘Zet eerst maar thee, en breng die thee dan buiten op het terras
    Er woont een tante bij ons in en verder zijn er hier
    Meneer en ik , binnenmeisjes, huisknecht en koetsier.

    Hier is de keuken , ga je gang, en zet de thee flink sterk’.
    Magoggeltje zei: ‘Jawel mevrouw’ en ging direct aan ’t werk
    Eerst zocht ze in de keukenkast een bus waar thee op stond
    Maar ja, hoe meer ze ernaar zocht, hoe meer ze hem niet vond.

    Waar zou nu toch die theebus staan, o kijk, daar bovenaan,
    Op ’t allerhoogste plankje zag ze nog een busje staan
    Het was heel hoog, ze rekte zich. He he daar had ze ’t blik
    Ze deed de deksel open enx85 o griezel, gommenikx85

    Daar sprong opeens een duveltje uit, heel klein en zwart als git
    Hij had twee echte horens en een staartje met een split
    Hij klom langs het fornuis, deed drie sprongen langs de oven
    Nam een schuivert naar de deur, de trap op, roets naar boven.

    Magoggeltje stond verstijfd van schrik, ze beefde als een blad.
    Toen liep ze gillende naar het terras, waar de familie zat.
    ‘Ik weet wat hij gaat doen, dat schurkje’ zei de baron van Manderen
    ‘Hij gaat ons allemaal zo meteen in ooievaars veranderen’

    En hij keek heel wanhopig naar zijn echtgenote
    En ja, de barones had al twee lange, rooie poten
    De huisknecht begon al te klepperen en toen het wat verder was
    Waren het allemaal ooievaars, daar buiten op het terras.

    Alleen Magoggeltje was nog heel gewoon een keukenmeid,
    goed kunnende enzovoort, maar o, vol wroeging en vol spijt.
    Het eerste wat ze doen moest was de ooievaars weerhouden
    om weg te vliegen, want dat mocht niet als je het goed beschouwde.

    de huisknecht stond kennelijk te snakken
    om baby’s weg te brengen. Ja, die had het goed te pakken.
    Ze joeg ze haastig in het kippenhok en toen
    Ging ze gejaagd naar binnen om te zien wat ze kon doen.

    Het duveltje vangen, ja maar hoe, dat was haar nog niet helder
    Ze keek eens in de keukenkast, ze keek eens in de kelder
    Daar stonden flessen overal, rijen en rijen flessen
    En op al die flessen zat een etiket met ‘zwarte bessen’.

    Toen kreeg Magoggeltje een idee. Hoera, ze wist het al,
    Ze zette een glaasje bessen in een oude muizenval.
    Het deurtje zette ze op scherp, toen ging ze naar de salon
    Daar ging ze rustig zitten in de stoel van de baron.

    Na een uurtje hoorde ze ‘klik klik’. Daar had je’t al
    Het duveltje hield van bessen en nu zat het in de val.
    ‘Nu ga ik je verdrinken’ riep Magoggeltje ‘in de vijver’.
    Maar het duveltje ging aan ‘t jammeren en aan ’t smeken met een ijver.

    ‘Goed’ zei Magoggeltje, ‘goed. Ik zal je niet verdrinken dus.
    Je mag weer in de keuken, in je eigen blikken bus.
    Maar wees zo goed om de familie ooievaar van Manderen
    Ogenblikkelijk in gewone mensen te veranderen’.

    Het duveltje hief zijn handjes op en zei:’bri bra’ brikke brok’
    Weg waren alle ooievaars daar in het kippenhok
    In plaats daarvan zat de familie, met het personeel,
    Te loeren door het kippengaas, gezond en gaaf en heel.

    De tante was nog ooievaar, maar sssst, niet over spreken
    Die had haar hele leven lang al op een ooievaar geleken
    Dus dat viel niet zo op. En iedereen was reuze blij
    ‘Heb dank, heb dank Magoggeltje, heb dank’ zo spraken zij.

    De tante was ook dankbaar, niemand wist precies waarvoor
    Maar alles was weer prettig en het leven ging weer door
    Het duveltje ging in de keuken en in de keuken kast
    De bus werd heel goed dicht geplakt met repen leukoplast
    En daarop staat geschreven, keurig net in rood op groen:
    Voorzichtig duveltje in doosje x85 NOOIT mee open doen.

Plaats een reactie